Voor succesvol borstvoeding geven staan hieronder een aantal punten op een rij.

• De baby drinkt minimaal 7 voedingen per 24 uur, als de baby goed groeit kan dit minder vaak zijn.
• Het voeden is niet pijnlijk.
• De baby slikt hoorbaar tijdens het drinken, je hoort de baby klokken
• Na de voeding voelt de borst zacht en soepel aan
• De baby valt niet meer dan 7% van het geboortegewicht af in de eerste week
• De baby gaat aan het eind van de eerste week weer groeien en is met ongeveer twee weken op zijn geboortegewicht.
• De baby slaapt meerdere keren enkele uren tussen de voedingen
• De baby heeft 6 plasluiers en minimaal 3 poepluiers per dag.
• Een voeding duurt niet langer dan 45 minuten.

Bij twijfel over de groei kunt u de baby laten wegen op het inloopspreekuur van het Centrum voor Jeugd en Gezin.  U kunt ook telefonisch overleggen met de lactatiekundige.

De melkproductie wordt bepaald door vraag en aanbod, hoe meer de baby drinkt, hoe meer melk er wordt gemaakt. De kwaliteit van moedermelk is altijd goed. In de loop van de voeding verandert de melk van samenstelling. Het vetgehalte neemt toe, naarmate de borst leger raakt. Beide borsten per voeding geven blijft belangrijk. De laatste beetjes voeding leveren dus een relatief groot aandeel in de energievoorziening.

Na de eerste week voelen de borsten zachter aan. De borsten hebben zich aangepast aan de vraag van de baby. De rijpe moedermelk ziet er dunner en witter uit dan de eerste moedermelk, maar blijft perfect van kwaliteit. De baby blijft soms zoeken naar de borst. Deze baby kan een grote zuigbehoefte hebben. Wanneer de tepels niet pijnlijk zijn kan de baby langer aan de borst blijven om aan de zuigbehoefte te voldoen.